10 februari 2018 – Vrijmetselarij, lezing door Hans van Lith

Op  10 februari 2018 hield de heer Hans van Lith van Loge de Achterhoek een lezing over Vrijmetselarij voor een groot aantal leden en belangstellenden van de Sociëteit Winterswijk.

De Vrijmetselarij is in de Middeleeuwen ontstaan in Engeland/Schotland.  De eerste vrijmetselaren waren bouwlieden van kathedralen die in bouwhutten, ofwel “lodges” woonden. Het woord “loge” herinnert daaraan. Een loge is een zelfstandige vereniging van Vrijmetselaren. Loge de Achterhoek telt ca. 40 leden. In heel Nederland heeft de Vrijmetselarij ongeveer 6000 leden.

Anders dan de soms ‘wilde’ verhalen in boeken en films ons willen doen geloven, is de Vrijmetselarij  geen religie, geen sekte en geen elitaire club. Vanwaar dan toch het imago van een geheimzinnige, mysterieuze broederschap?  Dat is het gevolg van het feit dat Vrijmetselaars zijn ontstaan uit ‘vrijdenkers, onafhankelijk denkende mannen zijn met een goede naam’. Totalitaire systemen en kerkbestuurders waren niet gecharmeerd van mannen met aanzien en een eigen mening. Zij stelden de Vrijmetselarij in een kwaad daglicht. Pas na WOII is dit veranderd, maar wantrouwen dat zo lang bestaan heeft, verdwijnt niet snel. In sommige kringen is het nog steeds niet verstandig om te laten merken dat je Vrijmetselaar bent, dus dan zwijg je er maar over. Maar dat versterkt dan weer het vreemde imago van de Vrijmetselarij. Het merkwaardige imago zal langzaam moeten slijten.

De Vrijmetselaars houden zich bezig met levensvragen, onafhankelijk van enige politieke of religieuze stroming. Zij gaan daarbij uit van het bestaan van een geestelijke werkelijkheid achter het waarneembare, een ordenend beginsel. Vrijmetselaren spreken in dat verband van de “Opperbouwmeester des Heelals”.

De Vrijmetselarij heeft een min of meer filosofisch karakter en tracht door persoonlijke en immateriële verrijking een bijdrage te leveren aan een (nog) betere samenleving. Het doel is mensen tot elkaar te brengen en idealen te delen.

Een vrijmetselaar is zich te allen tijde bewust van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het streven van iedere vrijmetselaar is om permanent aan zichzelf te werken om daardoor beter en bewuster in onze samenleving te functioneren en voor anderen en voor zichzelf in het dagelijkse leven meer betekenis te hebben. Tussen vrijmetselaren vindt een doorlopende gedachtenuitwisseling plaats. Niet om het eigen gelijk te bewijzen, laat staan aan een ander op te dringen, maar om samen het ware of betere te ontdekken.

De Vrijmetselarij is (nog steeds) alleen voor mannen (al zijn er wel gemengde loges en bestaat er ook een vergelijkbare orde voor vrouwen: de Weefsters). De reden hiervoor is, dat de sfeer in een gemengd gezelschap nu eenmaal anders is.

De gewone Vrijmetselarij kent de drie (zogenaamde) blauwe graden: leerling, gezel en meester.
Rituelen en symbolen zijn belangrijk. Veel  symbolen komen voort uit de vroegere ambachtelijke bouwloges (passer, schietlood, winkelhaak), maar ook lichtsymbolen (zon, maan, sterren) spelen een rol. Van Lith legt uit wat enkele symbolen betekenen, en vertelt dat een rituaal een ceremonie is, bestaande uit het uitspreken van teksten en het verrichten van symbolische handelingen, al dan niet muzikaal begeleid.

Er wordt ca. een keer per jaar een avond voor belangstellenden gehouden. (In 2018 is dit op woensdag 28 maart. De heer J.J.R. Wissema levert dan een bouwstuk onder de titel: “Wat betekent vrijmetselarij voor mij en mijn omgeving?” Een bouwstuk is een korte lezing of inleiding.)

Het is ook mogelijk een (groeps)bezoek te brengen aan de loge in Winterswijk. Meer informatie is te vinden op de website van Loge De Achterhoek http://www.logedeachterhoek.nl, en op http://www.vrijmetselarij.nl, http://www.ledroithumain.nl (Gemengde Vrijmetselarij Le Droit Humain) en http://www.ordevanweefsters.nl (Orde van Weefsters Vita Feminea Textura).

In het vraag-en-antwoordrondje na afloop van de lezing wordt nog veel verduidelijkt en toegelicht. Een selectie:

Het inwijdingsritueel is geheim, maar Van Lith benadrukt dat er geen fysieke ‘uitdagingen’ aan te pas komen, zoals soms bij studentencorpora. Emotie en verstand spelen bij de inwijding een belangrijke rol. De tekst van het rituaal is op internet te vinden, maar lijkt zonder de context van alle symboliek wellicht ridicuul.

In principe kan iedereen van 18 jaar en ouder die zich ‘normaal’ gedraagt, lid worden. Er gaat een procedure (geen ballotage) aan vooraf, waarbij in minimaal vier gesprekken wordt afgestemd of er wederzijds een goed gevoel is omtrent lidmaatschap van de kandidaat.

Loge de Achterhoek bestaat uit een gemêleerd gezelschap van totaal verschillende mensen. Leeftijd doet er niet toe; de jongste is 27, de oudste bijna 90. De kennismakingsgesprekken zijn er niet op gebaseerd om een bepaald soort leden te krijgen, integendeel.

Iemand vindt 6000 broeders op ca. 17 miljoen inwoners erg weinig. Van Lith beaamt dat, maar weet niet waarom het zo is.

De vader en grootvader van Van Lith waren ook vrijmetselaars. Op de vraag of hij zich anders zou hebben ontwikkeld als dat niet zo was, antwoordt Van Lith dat hij denkt van wel. Hij zou niet respectloos geworden zijn, maar respect voor anderen is hem uitdrukkelijk bijgebracht.

De voorzitter van de loge treedt zo nodig ‘corrigerend’ op, bijvoorbeeld als er toch politieke uitspraken worden gedaan, maar er is geen sprake van straf. Ook hier geldt weer: de broeders gaan respectvol met elkaar om. Bij persoonlijke verhalen, waarbij emotie kan spelen, wordt niet afgehamerd.

De Vrijmetselarij is geen geheimzinnige club, maar kent wel geheimen. Of je die deelt met je partner is een persoonlijke afweging.

De betekenis van de Vrijmetselarij voor de omgeving is volgens Van Lith dat hij uitstraalt naar de omgeving wat hij leert. Ook hier noemt hij weer het met respect behandelen van anderen.

De eerste president van de V.S., George Washington, was een vrijmetselaar. Dat verklaart dat er bij het biljet van 1 dollar een aantal vrijmetselaarssymbolen staan.

Vrijmetselaars leveren af en toe ook bouwstukken op in andere loges.

In WOII moesten vrijmetselaars ondergronds gaan; zij stonden niet aan de kant van de vijand. Of er veel vrijmetselaars in het verzet zaten, is niet bekend.

Het is niet de opzet van de Vrijmetselaars om met hun symbolen de wereld te beïnvloeden; de symbolen worden in eigen kring gebruikt omdat een beeld soms meer zegt dan woorden.

Een bouwstuk kan over tal van onderwerpen gaan, bijvoorbeeld lichtsymboliek, filosofie of het boeddhisme.