Energievoorziening is van alle tijden; de moeizame winning ervan, de risico’s en de milieuvervuiling.
Jan Bollen vertelde (m.m.v. Arjan Ligtenbarg) aan de hand van een Powerpoint-presentatie over de aspecten van het werk van een kolenboer: de aankomst van de met kolen gevulde spoorwagens op het station, het leegscheppen, het afwegen en de aflevering van de kolen bij de klanten.
In de 19e eeuw bezat Nederland nog slechts 2% bos; er werd veel te weinig nieuw aangeplant. Hout diende – naast turf – als brandstof. Het was de hoogste tijd om het bestand aan hout en daarmee het milieu ingrijpend te verbeteren. Daarom werd het gebruik van steenkool sterk aangeraden; dit kon immers in mijnen worden gewonnen zonder (schaars) hout op te offeren. Gaandeweg de 20e eeuw kregen naast kolen steeds vaker olie en gas de voorkeur, vanwege de schonere verbranding en de toepassing in auto’s. Het milieu werd nu alsnog een probleem, maar ook de afhankelijkheid van de olielanden.