Autarkie, Centrale Plaatsen Theorie en Winterswijk.

Autarkie, Centrale Plaatsen Theorie en Winterswijk.

De Nederlandse betekenis van het begrip autarkie is zelfvoorzienend. De middeleeuwse samenleving was voornamelijk zelfvoorzienend. Je had steden met een verzorgingsgebied er omheen. De meeste handel was ruilhandel. De onderlinge contacten met andere plaatsen of regio’s was beperkt. Er was sprake van een min of meer gesloten economie. De afstand was een fysieke beperking. In de 19e en de 20e eeuw heeft er een enorme schaalvergroting plaatsgevonden. Vandaag de dag komen onze boontjes uit Ethiopië, we kunnen in de winter verse asperges in laten vliegen uit Brazilië. Onze ecologische voetafdruk is immens groot geworden. Daarnaast zijn we inmiddels afhankelijk geworden van mensen en organisaties die we nooit zullen zien, laat staan leren kennen. In Brussel worden namens en voor ons beslissingen genomen waar we het misschien helemaal niet mee eens zijn. Willen we dat allemaal wel, of willen we de zaak weer liever in eigen hand nemen? Althans voor zover dat mogelijk is. Afbeelding 1 geeft een autarkische boerderij weer.

afbeelding 1                                                                                                       Afb. 1

 De Centrale Plaatsen Theorie (Die zentralen Orte in Suddeutschland Walter Christaller, 1933).

Christaller verwachtte wetmatigheden te vinden in de spreiding en de grootte van steden. Een basisbegrip in Christaller’s theorie is het begrip centraliteit. Hij verstond daaronder de mate waarin een stad als verzorgingscentrum een centrale functie heeft voor haar ommeland.

De stad dus als functioneel middelpunt van een regio.

Christaller formuleerde een zuiver theoretisch model (uitgaande van een aantal assumpties. Essentieel in de CPT zijn de begrippen reikwijdte en drempel. Zie ook afbeelding 2.

afbeelding 2                                                                                                      Afb. 2

De reikwijdte: De reikwijdte is de afstand die een consument bereid is af te leggen om een bepaald soort goed of dienst te verwerven. Voor goederen en diensten die men vrijwel dagelijks nodig heeft (basisbehoeften zoals eten, drinken, kleding), is men niet bereid grote afstanden af te leggen. Voor incidentele aankopen, zoals een bankstel of een keuken, of bijvoorbeeld schouwburgbezoek, zal men bereid zijn om een grotere afstand af te leggen naar een centrale plaats die hoger in de hiërarchie staat. Zie ook afbeelding 3.

De drempel: Het gebied dat een ondernemer minimaal nodig heeft om een bepaald goed of dienst aan te bieden en daar een inkomen uithaalt noemt men de drempel. Het gebied tussen de drempel en de reikwijdte levert de ondernemer de omzet op die hij nodig heeft om winst te maken. Zo zou er voor ieder goed of dienst een aparte drempel en reikwijdte zijn en zijn er centrale plaatsen van verschillende ordes (hierarchiemodel). Zie ook afbeelding 3.

afbeelding 3                                                                                                     Afb. 3

Winterswijk als centrale plaats.

Het winkelcentrum van Winterswijk heeft een capaciteit voor zo’n 50.000 mensen. Er wonen echter 23.500 mensen in Winterswijk en 5.500 in de buurtschappen. Door de ligging t.o.v. Duitsland is het winkelcentrum van Winterswijk van daaruit goed bereikbaar; dat geldt ook voor Enschede en Venlo.
Door die ligging heeft het Winterswijkse winkelcentrum zich van een perifere plaats naar een centrale plaats ontwikkeld. Na de Tweede Wereldoorlog volgde een periode van herstel. In Duitsland waren bepaalde goederen nog schaars (op de bon) en daardoor duur. In Nederland waren goederen zoals boter, tabak en drank veel goedkoper en gingen veel Duitsers massaal de grens over (dit noemde men Butterfahrten). Winterswijk als perifere plaats in de Achterhoek bleek voor de Duitse consument erg centraal te liggen. Winterswijk werd een aantrekkelijke centrale plaats voor de Duitse consument. Slimme ondernemers speelden hier handig op in en het winkelcentrum begon gestaag te groeien.Doetinchem, met 56.000 inwoners zou in de hiërarchie van centrale plaatsen hoger moeten staan dan Winterswijk, maar staat nu jaloers te kijken naar al die auto’s met een Duits kenteken die in Winterswijk geparkeerd staan. Het kernwinkelapparaat van Winterswijk is ongeveer even groot als dat van Doetinchem.

Als we Winterswijk als een centrale plaats beschouwen, dan zou Doetinchem de volgende centrale plaats van gelijke orde zijn. De afstand Winterswijk Doetinchem is zo’n 32 kilometer. De reikwijdte van het verzorgingsgebied van Winterswijk zal halverwege de afstand naar Doetinchem zijn, dus 16 kilometer. Dit impliceert dat WALBRENG (Winterswijk, Aalten, Lichtenvoorde, Borculo, Rekken, Eibergen, Neede en Groenlo) zich richt op de centrale plaats Winterswijk. Eibergen en Neede zouden zich vanwege hun ligging ook op Enschede kunnen richten. De aanwezigheid van de landsgrens zou de ontwikkeling van Winterswijk als centrale plaats moeten frustreren. Het kaartje van de regio Achterhoek (Afb. 4) geeft dit duidelijk weer. Dat dit heel anders is gegaan, behoeft geen betoog.

In de rapportage: ‘De oriëntatie van de bevolking van de Achterhoek’ (Atlas voor gemeenten, Utrecht 2013) wordt de suggestie gedaan om de regio Achterhoek op te splitsen in 2 subregio’s te weten Doetinchem en Winterswijk. Dit zou de regionale samenwerking ten goede komen. Waar op lokaal niveau te weinig draagvlak wordt gevonden voor beleid met betrekking tot de bevolkingsontwikkeling (in concreto: krimp, vergrijzing en ontgroening) zou genoemd regionaal niveau wel toereikend zijn. Winterswijk zou daarmee zijn positie als centrale plaats verder kunnen versterken. Zie ook afbeelding 4 en 5.

Daarnaast is er een tendens te bespeuren waarbij wel wordt gesteld dat we overgaan van een verzorgingsstaat naar een verzorgingsstad, of een verzorgingsregio. De WMO is hier een voorbeeld van. Deze wet beoogt mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten zijn. Lukt dat niet meer, dan wordt een beroep gedaan op mensen in de omgeving (mantelzorg). Op lokaal en regionaal niveau is het draagvlak voor deze zorg groter, omdat de burger hier veel meer bij betrokken is. De regionalisering van de zorg naar de oostelijke Achterhoek met Winterswijk als centrumgemeente is wel belangrijk. De vraag is hoe de oostelijke Achterhoek dat oppakt. Gebruikelijk bij gemeenten zijn dan gemeenschappelijke regelingen (WGR).

afbeelding 4

Afb.4

Afbeelding 5 komt van de theorie van Christaller, met een beetje fantasie zie je rechts Winterswijk en links Doetinchem.

afbeelding 5

Afb. 5

De sociaal-economische toekomst van Winterswijk.

De bevolking van Winterswijk en de rest van de Oost-Achterhoek gaat krimpen.

Het beleid van de gemeente Winterswijk met betrekking tot de bevolkingsontwikkeling is tweeledig. De gemeente wil enerzijds jonge gezinnen met kinderen en anderzijds financieel draagkrachtige jonggepensioneerden verleiden om in Winterswijk te komen wonen. Een mogelijkheid om hier beleid in te voeren, zou het versterken van de zorgsector kunnen zijn. Het SKB is, met zo’n 1100 medewerkers de grootste werkgever van Winterswijk. Daarnaast creëert de aanwezigheid van het SKB weer veel afgeleide werkgelegenheid. Het SKB zou een voortrekkersrol kunnen hebben bij het versterken van Winterswijk als centrale plaats op het gebied van de zorg. Er wordt al gesproken over een zorgcampus. Tijdens de lezing van Tineke Zomer voor Sociëteit Winterswijk op 24 februari 2013 werd gesproken over de plannen van grensoverschrijdende samenwerking in de zorg. Het Streekziekenhuis Koningin Beatrix stuurt patiënten die snel gedotterd moeten worden niet meer naar Enschede, maar naar het ziekenhuis in Bocholt. Verder zou (de regio) Winterswijk zich kunnen profileren op het gebied van ketenzorg.

De bodem van Winterswijk bevat op ongeveer 1000 meter diepte hoogwaardig mineraalwater met een hoog zoutgehalte. Begin jaren ‘80 is er al eens zeer nadrukkelijk geadviseerd om in Winterswijk een kuuroord te vestigen. Alle initiatieven die er kwamen liepen steeds op niets uit. Als Winterswijk zich als centrale plaats op het gebied van de zorg nadrukkelijker wil profileren, dan zou het opnieuw overwegen van een Winterswijks kuuroord zeker de moeite waard zijn. Een kuuroord zou niet alleen attractief zijn voor de Oost-Achterhoek en verder, maar ook voor de naburige Duitsers die snel op het Winterswijkse Heilwasser af zullen komen.

Voor alle duidelijkheid: het gaat om de mix in de zorg, te weten het streekziekenhuis, aangevuld met een zorgcampus pluis goede ketenzorg tenslotte een kuuroord, of zorghotel. Centraal in een missie zou het preventieve karakter van de zorg kunnen zijn, daar worden immers latere en veelal duurdere ingrepen mee voorkomen of verminderd

afbeelding 6                                                                                        Afb. 5 Duits kuuroord

Winterswijk heeft zeker 3 sterke punten waarmee het zich als centrale plaats verder kan profileren:

De centrale positie t.o.v. het Duitse achterland;

De sterke positie in de zorg;

De goede kwaliteiten van het Winterswijkse landschap.

Hiervoor is aangegeven dat basisbehoeften een relatief lage drempel en reikwijdte hebben. Hoewel we onze agrarische producten vaak van zeer grote afstanden aan laten voeren, zou dat in feite niet zo moeten zijn. Biedt het streven naar meer autarkie een goede toekomst voor Winterswijk? Onze huidige maatschappij is erg complex en daardoor zal autarkie niet op alle onderdelen gerealiseerd kunnen worden. Met name in de agrarische sector liggen er mogelijkheden. Eko boerderij Arink kan daarbij als voorbeeld dienen (Excursie Sociëteit Winterswijk op 25 mei 2013). Daarnaast biedt het Winterswijkse landschap mogelijkheden om de positie van de verblijfsrecreatie te versterken. Momenteel zijn er jaarlijks ongeveer 500.000 overnachtingen waarbij er gemiddeld € 30,90 per overnachting wordt besteed (Lezing Sociëteit Winterswijk 22 juni 2013, door Jan van der Heide)

afbeelding 7                                                                                                       Afb. 6

Het streven naar agrarische autarkie is feitelijk erg eenvoudig. Koop Oost-Achterhoekse waar, dan helpen we elkaar. Vervolgens wordt bekeken op welke andere manieren invulling aan autarkie gegeven kan worden. Het streven naar meer autarkie zal in Brussel mogelijk niet positief ontvangen worden. Van de andere kant zal Brussel ook het belang van de lokale c.q. regionale gemeenschap inzien. Of wij er veel mee kunnen bereiken is ook nog maar de vraag, maar er gaat wel een signaalfunctie vanuit.

Drs. Henk Tolsma