17 december 2016 – Duustere zaken en boze geesten

In de donkere dagen voor kerst organiseerde Sociëteit Winterswijk samen met de midwinterhoornblaasgroep “De Midwinterbloazers” een wandeling in het duister.

Vanaf 16:30 uur kwamen er zo’n 50 mensen op de Mentinkweg 1.

Ze werden onthaald met koffie, glühwein en een kniepertje met slagroom.

Henk Kip, een van de midwinterhoornblazers, gaf een interessante uitleg over de midwinterhoorn: het maken, de geschiedenis, gebruik en misbruik. Om exact 17:15 uur begonnen we met de wandeling.

Onderweg konden we op verschillende plaatsen genieten van de geluiden van de midwinterhoorns.

Midden in het bos, aangekomen bij een klein houten bruggetje over een beek, werden de mensen verrast door enkele geesten die, nadat ze de mensen behoorlijk de stuipen op het lijf hadden gejaagd, iedereen trakteerde op een beker warme glühwein.

Het was een feeëriek schouwspel: zo’n 50 mensen in het donkere bos genietend van de glühwein in het bijzijn van toch niet al te boze geesten, sfeervol verlicht door kleine lampionnetjes en kaarsen.

De wandeling eindigde wederom op de Mentinkweg 1 alwaar de mensen nog even konden nagenieten, terwijl Dominique Tolsma een warm verhaal vertelde over het elfje Alicia.

Ondertussen werden de gasten getrakteerd op warme rookworst.

Het was een zeer geslaagde activiteit en zal beslist volgend jaar worden herhaald. Onze excuses voor de kwaliteit van onderstaande foto’s, ook dat zullen we volgend jaar verbeteren!

Het kleinste Elfje (een verhaal rond midwinter)

Heel, heel lang geleden, was het leven nog vol magie.

Alicia was een klein en mager elfje met heldere blauwe ogen en een wipneus. Zelfs in de wereld van de elfen was ze heel klein.

Zij woonde diep tussen de wortels van een grote eik.

Daar speelde ze veel met haar vader en moeder. Ze speelden heel graag verstoppertje en Alicia kon zich onder de meubels en in het kleinste hoekje verstoppen. Ook lazen ze graag bij het licht van het haardvuur en zongen liedjes, die alleen feeën kennen.

 

Alicia was een beetje bang voor de andere wezens en dus ook om buiten te spelen. Ze was zelfs nog nooit uit haar huis tussen de wortels van de eik geweest.

Als er visite kwam, bijvoorbeeld de konijnenfamilie, dan bleef ze in haar piepkleine bedje, omdat ze bang was, dat een van de vele kleine konijntjes boven op haar zouden springen.

En als de familie glimworm op bezoek kwam, stak ze alleen haar wipneusje boven de rand van haar bedje. Maar dat was eigenlijk alleen, omdat ze benieuwd was waar die merkwaardige gloed vandaan kwam. ‘s Avonds vertelden haar ouders, dat het spoedig midwinter zou zijn. En ze vertelden haar, dat van de hele magische wereld, haar magie de verandering van de seizoenen en het draaien van het grote wiel zou veroorzaken.

 

De volgende nacht zouden Alicia en haar ouders op reis gaan het bos in.

En daar zou een grote bijeenkomst zijn van alle magische wezens en die zouden allemaal zien wat haar magisch geschenk zou zijn. Maar Alicia bibberde van angst. Wat was dat voor wiel en hoe kon zij deze magie en de verandering stop zetten ? Ze was blij met haar leventje zoals het was en ze wilde helemaal niets veranderen. Ze wilde helemaal niet naar een bijeenkomst waar zo velen aanwezig zouden zijn. Ze wist ook niet wat het geschenk was, dat ze moest geven. En wat als ze zou verdwalen en niemand kon haar vinden? Of misschien zouden de anderen haar zien. Misschien vonden ze haar niet aardig of zouden ze haar uitlachen, omdat ze te klein was.

 

Maar haar grootste angst was, dat ze misschien wel helemaal geen magie had. Ze had het zelf nog nooit gemerkt. Ze kon niet vliegen zoals haar vader en moeder. Ze kon geen dingen maken zoals bloemen en sneeuwvlokken. Ze kon zelfs geen licht maken met haar toverstaf. Wat zouden haar vader en moeder er van vinden als ze dat ontdekten? Wat moest ze doen?

Ze vond het ontzettend eng om haar veilige woonplaats te verlaten, maar ze was nog banger voor wat anderen van haar zouden vinden. Ze wilde haar vader en moeder niet teleurstellen en daarom vond ze het verstandig om zichzelf te verstoppen. Ze zou naar “buiten” gaan. Niemand zou op haar letten. Ze zou niet ver weg gaan. Net ver genoeg, dat ze zich kon verstoppen tot de bijeenkomst voorbij zou zijn en de verandering niet door zou gaan.

 

Alicia’s moeder was eikels aan het roosteren voor de grote feestelijke bijeenkomst en haar vader was bezig zijn ijstoverstaf te poetsen. Ze wist, dat niemand haar weg zou zien gaan, omdat ze dat nog nooit eerder had gedaan. Met haar toverstaf in een tas opende Alicia heel voorzichtig de buitendeur en stapte naar de buitenwereld.

Het was overal wit. Ze begon te lopen tot ze opeens tot aan haar vleugels in de sneeuw wegzakte. Ze moest flink ploeteren voor ze weer bovenop de sneeuw stond. Ze was nu echt koud en ze zag, dat het steeds donkerder werd. De blauwe lucht werd al paars met rode en gele strepen. Nu het zo snel nacht werd, moest ze zich snel verstoppen. Als ze alleen maar naar de rand van het bos zou kunnen vliegen, dan kon ze vast een plekje vinden waar ze zich kon verstoppen tot de bijeenkomst voorbij was en ze weer naar huis kon gaan. Dan zou het veilig zijn, omdat er niets zou veranderen. Ze voelde, dat ze het zo moest doen of anders zou alles wat ze kende voor altijd veranderen.

 

Ze deed haar uiterste best en met een sprongetje begon ze vooruit te vliegen. Toen een beetje achteruit, omhoog, omlaag, toen in rondjes, langzaam, snel en BANG, toen gebeurde het. Ze vloog recht in een boomtak, die vol sneeuw aan de boom hing. Alicia wist niet precies wat er gebeurde toen ze haar hoofd stootte, maar toen ze weer bijkwam was het heel erg donker. Ze kon kleine lichtjes in de lucht zien schitteren. Ze keek om zich heen om uit te zoeken in welke richting ze moest gaan. De bijeenkomst zou nu wel voorbij zijn en ze kon naar huis. Alles zou hetzelfde blijven! Maar hoe moest ze naar huis ? Alicia kon niet zien waar ze naar toe moest om naar huis te gaan en ze wilde niet vliegen. Stel je voor, dat ze weer tegen een boom zou vliegen. Opeens hoorde ze roepen. “Alicia, Alicia!”

Ze voelde, dat haar lichaam zo begon te trillen, dat de ijspegeltjes aan de puntjes van haar vleugeltjes ervan rinkelden als belletjes.

 

Toen ze achter zich keek, zag ze een vrouw, die op een dikke stapel pelzen lag.

Ze was geen elf, maar ze was gekleed in een prachtig groen, rood en wit gewaad.

Honderden aardwezens stonden om haar heen, waarvan Alicia er heel veel niet kende, maar ze waren niet bang. En tot haar verwondering merkte Alicia, dat zij ook niet bang was. Alicia, ik heb op je gewacht. Ik heb je hulp nodig, zei de dame.

U hebt op mij gewacht, vroeg Alicia. Ja Alicia, zei de dame. Het is donker en we hebben je licht nodig om te zien wat er voor ons ligt. Mijn licht, vroeg Alicia, die zich herinnerde, dat het haar nog niet eerder gelukt was om licht te maken met haar toverstaf. Het is jouw magie die het licht op zal roepen, dat binnen in mij zit, zei de dame. Alicia liep langzaam naar de vrouw toe. Toen zag ze, dat deze aardige vrouw op ieder moment een baby kon krijgen.

 

Al de angsten en zorgen van Alicia verdwenen als sneeuw voor de zon.

Toen ze in de mooie ogen van de dame keek, wilde ze niets anders dan licht voor haar maken. Alicia haalde, nog steeds rillend, haar toverstaf uit haar tasje en tilde hem op. De dame glimlachte naar haar en op dat moment kwam er een geweldige flits van licht uit de punt van haar kleine toverstaf. Het was een geweldig lichtspektakel, dat alle hoeken van de nacht verlichtte.

 

Terwijl Alicia haar toverstaf omhoog hield, zag ze dat de vrouw nu een baby in haar armen had. Een prachtig klein jongetje. Dit was de magie, dit was haar speciale gift. Alicia, de kleinste van alle feeën, zij was degene, die de vonk droeg. De vonk, die het licht tevoorschijn bracht en het draaien van het wiel van het leven in werking stelde. Binnen in haar kleine lijfje had ze steeds die magie meegedragen, die vrede en begrip voor iedereen bracht.

Toen ze in het schitterende licht stond, begreep Alicia wie de vreemde vrouw was en wat het belang van haar baby was. Ze was een deel van de wedergeboorte van het licht. Deze baby was het licht, dat opnieuw werd geboren uit de godin. De prachtige dame was de godin van het leven en Alicia was de vonk van het leven, die elke tijd overleefde.

 

Al gauw was de rand van het bos gevuld met aardwezens uit de hele magische wereld. Ook Alicia’s ouders waren er en zagen hun lachende dochter. De dame met de baby zegende iedereen, die op dit moment aanwezig was. Alicia had zelfs niet in de gaten, dat ze rond zweefde. Ze had geen last meer van haar rare zorgen en angsten. Zelfs al was ze klein; ze had wel de macht om de wereld te verlichten.

Nu begreep ze, dat magie overal om je heen is. Als je er maar in jezelf gelooft en jezelf vertrouwt.

 

Dus iedere keer als je een kaars aansteekt, denk dan aan het kleine feetje Alicia.

Want je hebt maar een kleine vonk nodig om de hele wereld te verlichten.

 

Met dank voor de vertaling naar het Nederlands aan:

Peter Verberg

Daltonschool Rijnsweerd

Oorspronkelijke tekst:

Copyright: Copyright 11012005

Lady Abigail

High Priestess Ravensgrove Coven

Geplaatst op 19 december 2016