De ontwikkelingen op het gebied van moderne biotechnologie zijn niet meer tegen te houden. Onder biotechnologie verstaan we het gebruik van (delen van) levende organismen voor het maken van voedings- of gezondheidsproducten, of voor toepassing op het gebied van economische diensten en doeleinden.
Goede voorbeelden zijn al tientallen jaren de productie van
• antibiotica zoals ampicilline, met het gebruik van schimmels;
• en de productie van insuline met behulp van bacteriën voor diabetespatiënten.
De enorme snelheid waarmee kennis en begrip van het erfelijk materiaal van levende organismen (mens, dier, plant, bacteriën, virussen etc.) toenemen, en de daaruit voortvloeiende mogelijkheden voor de gezondheidszorg, voedselvoorziening en het forensisch onderzoek zijn ongekend en revolutionair. Maar kunnen wij er gecontroleerd en verstandig mee omgaan? Denk aan de berichten in november 2018 uit China: de eerste genetisch gemodificeerde baby (‘design baby’)! De Chinese overheid stimuleert onderzoeken die tot dergelijke resultaten leiden; op vele andere plekken op de aardbol zijn dit soort ontwikkelingen uit den boze. Maar dat was niet anders in 1996, toen er sprake was van het eerste zoogdier dat werd gekloond: schaap Dolly…
Johan Harbers besprak controversiële onderwerpen, zoals gentherapie versus gendoping, het genetisch paspoort en therapeutisch klonen versus reproductief klonen.
Critici en tegenstanders plakken consequent de term ‘genetische manipulatie’ aan dit onderwerp en dat roept meteen een negatieve associatie op. Sinds begin jaren ’90 is er een hevige discussie tussen voor- en tegenstanders, met als hoofdpunten de risico’s voor gezondheid en milieu. Fervent tegenstander is bijvoorbeeld prins Charles van het Verenigd Koninkrijk, en sterk voorstander is Jimmy Carter, oud-president van de Verenigde Staten. Zelfs het Vaticaan is voorstander, maar is wel tegen klonen en het sleutelen aan menselijk DNA.
Een voorwaarde voor verdere ontwikkelingen in de biotechnologie is het winnen van het vertrouwen van het publiek. Betrouwbare voorlichting en voortdurende communicatie moeten de angst wegnemen. Ook moet worden opgebokst tegen barricades die religies en ook maatschappelijke organisaties opwerpen.
Met deze lezing lichtte Johan een tip van de sluier op voor hen die onbekend zijn met dit zich zeer snel ontwikkelende vakgebied van de ‘moderne’ biotechnologie; hij hoopt de kijk hierop evenwichtiger te kunnen maken. Alles wat nieuw en onbekend is, hoeft niet per definitie slecht te zijn; zeker niet bij moderne revolutionaire technieken. Maar dat er duidelijke afspraken en regels moeten worden opgesteld is iets dat het vertrouwen van iedereen nodig heeft.